Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Welgelukzalig zijt gij, o Israel! wie is u gelijk? gij zijt een volk, verlost door den HEERE, [83]het Schild uwer hulp, en Die een [84]Zwaard is uwer hoogheid; daarom zullen zich uw vijanden [85]geveinsdelijk aan u onderwerpen, en gij zult op [86]hun hoogten treden! 83. Of, uw schild der hulp; dat is, uw helpend schild; gelijk Ps.2:6 de berg mijner heiligheid; dat is, mijn heilige berg. 84. Die voor u vecht om u te verhogen. 85. Zullen gedwongen worden zich u te onderwerpen, alhoewel zij het van harte niet zullen menen. Zie 2 Sam.22:45; Ps.18:45, en vergelijk Ps.66:3, en Ps.81:16. 86. Zie boven, hfdst.32 vs.13.